Verder zuid - Reisverslag uit Sarajevo, Bosnië en Herzegovina van Laurie Zwart - WaarBenJij.nu Verder zuid - Reisverslag uit Sarajevo, Bosnië en Herzegovina van Laurie Zwart - WaarBenJij.nu

Verder zuid

Blijf op de hoogte en volg Laurie

13 Juli 2014 | Bosnië en Herzegovina, Sarajevo

De ons restende tijd doorbrengen met reizen –een 'leeg' Boedapest ontvluchten om maar een nieuw avontuur te beleven. Mijn ervaring met zuid-oost Europa bestond tot voor kort niet, maar sinds vorige week kan ik ook Bosnië-Herzegovina en Servië van mijn lijstje afstrepen (of misschien ook maar niet), twee landen uit voormalig Joegoslavië waarvan ik niet had verwacht dat ze zó mooi en interessant waren.

De trip was enigszins improviseren; met een huurauto mag je vanaf Hongarije de Balkan niet in (behalve Kroatië, maar daar wilden we nu net niet heen), dus kozen we in plaats daarvan voor treinen en bussen; een hele opgave. In kilometers lijkt het misschien niet zo lang, maar dat betekent niet dat het ook niet lang duurt. De reis naar onze eerste bestemming, Mostar in het zuiden van Bosnië-Herzegovina, nam ongeveer 24 uur in beslag.
Onze trein vertrok om een uur of 2 in de middag van 1 juli om ons via een treinverbinding (3 uur lang, naar zuidwest Hongarije), een bus (2 uur, verder zuidwest Hongarije), met een andere trein (2 uur) in Zagreb af te leveren. Hier hadden we ongeveer 2 uur en we dronken een drankje op een terras in Zagreb. We waren daar niet alleen – ook de Top Gear cast zat voetbal te kijken. Elizabeth wist niet meer hoe ze zich gedragen moest, maar eigenlijk was het niet zo heel boeiend. Om kwart voor 12 ’s nachts namen we de nachttrein die 7 uur later in Split aankwam. Hier ontbeten we en namen we de eerste de beste bus naar Mostar. De grenscontrole is niet als iedere andere en kost nogal wat tijd. De rit was echt alles waard – we reden door de bergen en langs de zee.
In Mostar moesten we de eerste moeilijkheden al overkomen: het vinden van ons hostel. Het pittoreske stadje is ingesteld op toeristen en elke voorbijganger vraagt of je een hostel of appartement nodig hebt, maar aan straatnaambordjes doen ze niet. Kennelijk waren we veel te ver doorgelopen, en toen we navraag deden bij een café belde de kroegbaas zijn vriend die de buurman van ons hostel bleek te zijn. Deze man wilde ons met de auto brengen, maar paranoïde als we opgevoed zijn, hebben we dat aanbod (dankbaar) afgeslagen. Bovendien was het hostel slechts enkele honderden meters verderop en we vermoedden dit toch nog wel te kunnen lopen, ook al was het met een backpack van drie ton op mijn schouders.
In het hostel begroette de vrouw van Miran (tevens de naam van het hostel) ons vriendelijk. Miran en zijn vrouw wonen in een deel van het hostel, organiseren zelf trips en houden het hele hostel zelf bij. Hun zoontje verstond mijn Engelse vragen naar de badkamer, maar was iets te verlegen me ook in het Engels te antwoorden. In deze stad is echter niet heel veel te doen en na van de ene kant van de stad naar de andere te zijn gelopen (ondertussen wel een moskee en een gallerie bezocht te hebben) besloten we de avond af te sluiten met een diner met uitzicht over de rivier en de ooit gebombardeerde brug. De kleur is veranderd (het was een brug uit de Ottomaanse tijd), maar het idyllische landschap is nog steeds een prachtig gezicht.

De volgende ochtend namen we de eerst mogelijk trein naar Sarajevo, de Bosnische hoofdstad. Ook hier hadden we geluk met het vinden van een hostel. Bij het wachten op de tram sprak een man ons aan. Tandeloos, gebrekkig Engels, maar vriendelijk. Hij zei dat hij ons wel naar ons hostel zou brengen, omdat dat toch bij hem om de hoek was. Zonder erom gevraagd te hebben en met veel interesse in waar we heen gingen, wat we in Bosnië kwamen doen en hoe we het land tot nog toe ervaren hadden, liep hij met ons mee vanaf de tramhalte. Voor de deur van het hostel stelde hij zich voor en hoewel ik zijn naam vergeten ben, zijn de vertelde verhalen (over de oorlog en Bosnië, zijn leven en werk) me wel bijgebleven.
Ons hostel heette Vagabond en werd gerund door twee zussen en hun mannen. Niets gaat gehaast (om 10 uur is half 11 ook nog wel op tijd genoeg) en roken is de cultuur. Zelfs in de treinen mag nog gerookt worden. In Sarajevo zouden we twee nachten blijven, dus konden we het wat rustiger aan doen. Sarajevo was veel minder groot dan ik had verwacht en zodoende waren we na een halve dag wel uitgekeken op de bochtige straatjes. Gelukkig was er meer, want Sarajevo presenteert zichzelf als de stad waar de twintigste eeuw zowel begonnen als geëindigd is. Het begin was daar natuurlijk met de uit de weg geruimde Franz Ferdinand. Op de straathoek waar het gebeurde staat zijn auto (of een replica) en een museum (dat niets voorstelt). De eerste wereldoorlog en zelfs de tweede wereldoorlog zijn niet wat op de bevolking van de stad en het land de meeste indruk heeft gemaakt. Dit was de burgeroorlog van voormalig Joegoslavië. De stad werd belegerd door de Serven, en de enige reden dat ze stad kon houden was een tunnel die gegraven werd vanuit het ‘vrije’ deel van Bosnië naar Sarajevo zodat er voedsel en wapens de stad binnen konden worden gesmokkeld. Veel moslims vonden in deze tij desalniettemin de dood en rondom de stad zijn dan ook verscheidene kerkhoven aangebracht. Dit is niet het enige dat herinnerd aan aan de burgeroorlog – in gallerie 11/07/95 wordt helder en met veel beelden een indruk gegeven van de gebeurtenissen rond Srebrenica, een genocide waarin ook Nederlandse VN soldaten een passieve rol hadden. In het museum worden de VN soldaten zonder tumult schuldig verklaard; ze hadden moeten ingrijpen. Dat dit niet kon maakt niets uit. Er hadden mensenlevens gered kunnen worden. Tot slot vonden we twee fantstische theezaken in Sarajevo. De ene van een Bosniër die zijn zoon nodig had om met ons te kunnen communiceren, de ander gestudeerd in het Duitse Bonn en een ware ‘thee-somelier’.

Hoewel Sarajevo een hele mooie stad is, zo tussen de bergen (waar je overigens niet zomaar in je eentje moet gaan ronddwalen vanwege mogelijk rondslingerende landmijnen), is de grootte ook niet overweldigend en zo reisden we drie dagen later verder naar de tweede grootste stad van Bosnië, die Banja Luka heet. Banja Luka is de administratieve hoofdstad van het land – maar er is geen zak te beleven. Het landschap verandert hier al, net als de mensen en hun religieuze en etnische samenstelling. Waar in eht zuiden veel Moslims wonen, wonen in dit deel van het land voornamelijk Servisch geörrienteerde, orthodoxe Christenen. Er is een orthodoxe kerk en een oude ruïne, maar wat betreft toeristische aangelegenheden is dat wel het hoogtepunt. Gelukkig was het hostel een superfijne verblijfplaats voor onze avond en nacht. We ontmoetten drie Finse meisjes die na hun middelbare school een tussenjaar hadden genomen om rond te reizen en een Deense schrijver van reisgidsen die voor een derde boek zijn vrouw heeft achtergelaten in Denemarken en een wandeltocht maakt door Bosnië. Met hen en de eigenaar van het hostel keken we bovendien de nipt door Nederland gewonnen voetbalwedstrijd tegen Costa Rica. De volgende ochtend namen we opnieuw een bus – ditmaal met eindbestemming Belgrado, de hoofdstad van Servië.

Belgrado – de hoofstad van Servië. Alles in syrillisch schrift en een voor mijn gevoel compleet onlogische stad die ik zelfs met kaart niet compleet voor kon stellen. Na Sarajevo had ik een gelijksoortige stad voorgesteld, maar de niet alleen de mensen zijn anders, ook de stad heeft een compleet ander karakter. Bij aankomst (een zondag, in een orthodox Christelijk land) besloten we een terrasje te pikken en relatief vroeg ons bed op te zoeken. De volgende dag deden we de ‘Free Walking Tour’, waarin we leerden over Belgrado’s eigen ‘Sillicon Valley’, ‘Party Bridge’ waar alle Belgrado inwoners feestjes organiseerden om bombardementen te voorkomen (Tim, een van de bekendste, grootste, hoogte – weet ik veel – bruggen is gebouwd in Sarajevo. Die zo met een pilaar ongeveer alle gewicht draagt. Of zoiets. Vind je vast interessant), het oude Ottomaanse fort, het standbeeld van de ‘Naamloze (en kledingloze) Strijder’ en ons uithoudingsvermogen flink op de proef werden gesteld door de Balkanhitte. De laatste dag bestond vooral uit het hoppen van terras naar museum naar terras – om in elk geval zoveel mogelijk uit de hitte weg te blijven. Onze trein terug vertrok rond een uur of 22:00, maar deze nachttrein was wat minder relaxt dan die naar Split en slapen was dan ook zo goed als uitgesloten. Gelukkig kon ik thuis mijn bedje weer in duiken om diezelfde dag pa te feliciteren en Nederland te zien verliezen van Argentinië. Ach ja, nu hoef ik me in elk geval niet druk te maken om een gewonnen kampioenschap terwijl ik ‘vastzit’ in het buitenland.

Verder heel gelukkig – over drie weken kom ik terug, maar tot die tijd staan er nog wat leuke dingen op het programma. Over 2 dagen Sam en Bram gidsen en de avond van hun vertrek stap ik zelf op de trein naar Boekarest voor een trip rond Roemenië en Bulgarije met Sanne en José. Het wordt goed.
Steek die barbecue maar vast aan en tot 3 augustus!

  • 14 Juli 2014 - 08:13

    Dolf:

    Na, alweer zo'n mooi verhaal, ga ik de inkopen voor de BBQ vast halen. Ik kan niet wachten!!

  • 14 Juli 2014 - 22:47

    Tim:

    Jazeker vind ik dat interessant, ik wacht met smart op de foto's

  • 15 Juli 2014 - 11:29

    Marga:

    Mooi.. Beeldend geschreven. Een vers oorlogsgebied is nu te bezoeken, bijzondere ervaring. Geniet iedere keer van je verhalen, maar wil ook live verslag ondertussen.... Bamboe sokken heten je welkom ;-)

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Laurie

Mijn avonturen tussen de Hongaren, Erasmus-studenten, palinka, sprookjescampus en aan de rand van de Donau.

Actief sinds 19 Jan. 2014
Verslag gelezen: 504
Totaal aantal bezoekers 93920

Voorgaande reizen:

08 Januari 2014 - 31 Juli 2014

Erasmusverblijf in Boedapest, Hongarije

Landen bezocht: